Uit onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in Nederland is naar voren gekomen dat onder ouders behoefte bestaat aan meertalige dagopvang van hun kinderen. Met name dagopvang in het Engels wordt het meest genoemd. En in de grensregio’s is er ook behoefte aan Duits en Frans op de opvang. Daarom gaat het kabinet het mogelijk maken dat kinderopvangcentra vanaf volgend jaar dagopvang aanbieden in het Engels, Frans of Duits. Meertaligheid in deze drie talen kan vervolgens worden voortgezet in het basisonderwijs. De ‘vreemde’ talen mogen voor de helft van de dagelijkse opvangtijd worden aangeboden.
De afgelopen jaren hebben een aantal organisaties geëxperimenteerd met meertalige dagopvang. Daaruit blijkt dat meertalige dagopvang voordelen biedt voor zowel kinderen bij wie Nederlands de thuistaal is als kinderen voor wie Nederlands een vreemde taal is. Een verdeling van ten minste 50% Nederlands (of Fries of een streektaal) en ten hoogste 50% Duits, Engels of Frans heeft positieve effecten voor de taalontwikkeling van kinderen, zo is gebleken.
Doorgaande leerlijn
Het kabinet wil bij de meertalige kinderopvang aanhaken bij de meertaligheid in het primaire onderwijs. Zo kan er een ‘doorgaande leerlijn’ worden aangehouden, waardoor kinderen de tweede taal ook in het onderwijs kunnen voortzetten en beter kunnen onderhouden.