Noodlijdende natuur kan erg veel baat hebben bij een transplantatie met grond uit gezonde gebieden. Het herstel verloopt gemiddeld 40 procent sneller, blijkt uit Nederlands onderzoek.

Van noordelijke graslanden tot tropische bossen: overal ter wereld is er grote nood aan natuurherstel, en de roep om efficiënte methoden is groot. Nu blijkt uit Nederlands onderzoek dat veel ecosystemen baat kunnen hebben bij een transplantatie van gezonde bodem. De donor: gezond natuurgebied.

Uit eerder onderzoek van het Nederlands Instituut voor Ecologie was al gebleken dat zelfs een dun laagje grond van nog geen halve centimeter werkt. De gezonde bodem zit barstensvol bodemleven en plantenzaden die het natuurherstel in een stroomversnelling brengen.

Overal ter wereld

Nu is dat onderzoek uitgebreid naar 46 experimenten verspreid over 17 landen en 4 continenten, en die tonen aan dat de techniek overal werkt. De diversiteit en soortensamenstelling groeit 40 procent sneller bij bodemtransplantatie dan bij andere methodes, zoals enkel inzaaien van plantenzaden. Het effect bleek vooral groot op leemgronden en op gebieden groter dan 180 vierkante meter.

“Van de tropen tot en met de toendra maakt herstel van vegetatie met belangrijke plantensoorten aanzienlijk meer kans met deze methode,” zegt Jasper Wubs, ecoloog aan het instituut.

“Ecologisch herstel is lastig en vaak onvoorspelbaar”, zegt hij. “Meestal wordt er alleen gekeken naar bovengronds herstel, maar wij laten nu zien dat de basis voor succes ondergronds gelegd wordt.”