De afgelopen tweehonderd jaar zijn veel meer landen democratieën geworden.
Uit de grafiek blijkt – op basis van gegevens van Regimes of the World (RoW) – dat een veel groter deel van de landen nu democratieën zijn.
Aan het eind van de 18e eeuw kon geen enkel land zinvol als democratie worden gekarakteriseerd. RoW classificeert ze bijna allemaal als gesloten autocratieën, waarin burgers niet het recht hebben om hun politieke leiders via verkiezingen te kiezen.
Verkiezingen verspreidden zich in de loop van de 19e eeuw, maar ze werden vaak ontsierd door beperkingen. Veel landen werden electorale autocratieën, waarin politieke leiders via verkiezingen werden gekozen, maar de burgers geen extra vrijheden hadden om die verkiezingen vrij en eerlijk te laten verlopen. Slechts enkele landen hielden verkiezingen die voldoende betekenis hadden om ze electorale democratieën te noemen. En nog minder landen hadden de aanvullende individuele en minderheidsrechten en de beperkte regeringen om ze als liberale democratieën te beschouwen.
Electorale en liberale democratie verspreidden zich vervolgens in de 20e eeuw naar veel landen. Tegen het einde van de eeuw waren ze wereldwijd gangbare politieke systemen geworden en waren ze in alle regio’s van de wereld te vinden.
Tegenwoordig is de wereld volgens deze gegevens ongeveer gelijk verdeeld tussen autocratieën en democratieën. De meeste niet-democratieën zijn electorale autocratieën. En bijna de helft van alle democratieën heeft de aanvullende individuele en minderheidsrechten die kenmerkend zijn voor liberale democratieën.