Een eigen hoveniersbedrijf, hard werken en een beetje geluk
Pieter Hendriks volgde als directeur van De Binckhorst en werkgever van Frens en Mia uiteraard de ontwikkelingen in de zorg op de voet. Hij voorspelde al in 1985 dat daar veranderingen gingen komen waardoor Frens het plezier in zijn werk zou verliezen. “Steeds meer managers en minder handjes aan het bed”, voorzag hij toen al. Niet de aandacht voor de patiënten, maar het kostenplaatje kwam centraal te staan, regels en procedures, aldus de voorziene blik van Pieter. Frens besloot dan ook dat het ook voor hem tijd was een andere weg in te slaan.
Omdat Frens en Mia de hypotheek op het huis snel wilden aflossen, kluste Frens in de avonduren en weekenden bij door de verzorging van tuinen van particulieren. Dat ging hem goed af en toen het werk op De Binckhorst na zestien jaar eindigde, kwam hij met het plan om een hoveniersbedrijf te beginnen. De reactie van Mia: “Als jij daar gelukkig door wordt moet je het doen.” En zo geschiedde.
Het dagelijks leven was zorgelijk
Mia dacht actief mee en klaagde nooit, al was het dagelijks leven ook best zorgelijk. Want in de startfase waren forse investeringen nodig, terwijl er nog geen klantenkring was. Frens dook vol energie in het nieuwe avontuur. Hij zag in de omgeving hoe de groenvoorzieningen van de gemeente verpieterden. Van een ambtenaar hoorde hij dat de gemeente het onderhoudswerk ging uitbesteden. Frens zag zijn kans schoon en bood bij de gemeente zijn diensten als hovenier aan. Daar werd positief op gereageerd. Hij kon meteen aan de slag. Snel trommelde hij vier mensen op die hem konden helpen en daarmee was de eerste (overheids)opdracht binnen. Het hoveniersbedrijf verwierf al snel een goede naam en groeide als kool.
Weer naar school
Frens: “We deden grote projecten voor gemeenten en provincie, konden de medewerkers goed betalen, fors investeren en hielden ook nog iets voor onszelf over.” Frens bleek ondernemersbloed in de aderen te hebben: kansen pakken en risico’s durven nemen. Hij gooide zich weer met meer dan honderd procent op zijn nieuwe werk. Ook moest hij weer naar school: naast het werk twee jaar lang een dag per week naar Vught om het hoveniersdiploma te halen.
Frens moest het ondernemen al doende leren. Soms met zweet in de handen. Meedoen met aanbestedingen, mensen in dienst nemen, administratie bijhouden, kennis uitbreiden, machines en gereedschap aanschaffen. Hij greep elke kans met twee handen aan. Vooral de aanbestedingen waren voor hem ingewikkeld en spannend. ”Als ik weer naar een aanbesteding moest, was ik altijd zenuwachtig. In de auto had ik één cassettebandje met rockmuziek van Cliff Richard. Ik draaide het hele bandje af met de volumeknop op tien. Als ik dan aankwam was ik helemaal opgeladen. Zo heeft Cliff bijgedragen aan het succes van het bedrijf”, lacht hij.
Hard werken en een beetje geluk
Frens’ hoveniersbedrijf (hij had het ‘Flora Groen’ gedoopt) liep boven verwachting goed. De opdrachten bleven komen, ook van over de grens. “We deden kasteeltuinen onder Parijs, een notenbos van 1400 bomen als een dambord geplant in België, een lastige opgave vanwege de heuvelige grondslag.”
Het succes was niet alleen te danken aan hard werken. “Ik had het geluk om in contact te komen met Gerrit Costermans, rentmeester van de Maatschappij van Welstand. Hij had 3000 hectaren in beheer: landbouwgrond, landgoederen, bedrijventerreinen. Van hem kregen we als eerste opdracht het planten van zeven bomen in Heeswijk-Dinther. Dat was het begin van een langdurige relatie. Het klikte tussen ons en hij was erg tevreden over de manier waarop we het werk uitvoerden. Dankzij hem kregen we veel grote opdrachten. We hebben ook persoonlijk veel aan elkaar gehad. Het was meer dan alleen een werkrelatie, er was ook tijd voor goede gesprekken en om te genieten. Iedereen heeft minstens één iemand nodig die je helpt en in je gelooft.”
Digitalisering breekt hen op
Ook Mia was heel actief in het eigen bedrijf. Ze was kritisch en zorgzaam, begaan met mensen. Medewerkers van het bedrijf schoven graag regelmatig aan bij de keukentafel. Ze gaf altijd haar volledige medewerking en zorgde er mede voor dat ze niet voor verrassingen kwamen te staan. Ze wist altijd hoe de zaken er financieel voor stonden. Ze werkte hard, zeker in de tijd dat ze ook nog een tuincentrum waren begonnen. Ze bleek niet alleen een goede handelsvrouw te zijn, ze schiep ook een band met de klanten door de zorg die ze uitstraalde. Mia had een luisterend oor voor de persoonlijke verhalen die mensen vertelden en dat werd erg op prijs gesteld. Maar het werd alles bij elkaar te druk en leverde niet genoeg op, vandaar dat ze besloten het tuincentrum te sluiten. Met de aannemerij in het hoveniersbedrijf ging het goed en steeds meer klanten wisten de weg naar Den Dungen te vinden. In 2003 besloten Frens en Mia hun goed lopende bedrijf ‘Flora Groen’ over te doen, mede omdat digitalisering een steeds grotere rol ging spelen in de bedrijfsvoering.