Met 80 miljoen euro, toegekend door het ministerie van Economische Zaken uit het Nationaal Groenfonds, is in Nederland het Nationaal Onderwijslab AI (NOLAI) opgericht. Het doel van dit nieuwe instituut is intelligente digitale onderwijsinnovaties te ontwikkelen om daarmee de kwaliteit van het primair en voortgezet onderwijs te verbeteren. Daarnaast is het de bedoeling dat het NOLAI inzichtelijk maakt wat de pedagogische, maatschappelijke en sociale consequenties van intelligente onderwijsinnovaties zijn.
In het Nationaal Onderwijslab, dat is gekoppeld aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, werken scholen, wetenschappers en het bedrijfsleven nauw met elkaar samen aan intelligente digitale onderwijsinnovaties die gebruik maken van AI (artificiële intelligentie). Het NOLAI gaat de komende 10 jaar aan de slag om samen met het onderwijsveld in co-creatie concepten en prototypes te ontwikkelen en te onderzoeken.
De vraag vanuit het onderwijs staat centraal in deze co-creatie processen. Hiermee worden de kansen, die intelligente technologie biedt benut en de risico’s in kaart gebracht en omgezet in oplossingen.
Artificiële intelligentie (AI) gaat een steeds grotere rol spelen in het onderwijs
Artificiële Intelligentie (AI) gaat een steeds grotere rol spelen in de Nederlandse economie en samenleving, dus ook in het onderwijs. Goede digitale leer- en hulpmiddelen en ICT vormen een belangrijke voorwaarde om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. Nationale investeringen in AI en digitale innovatie blijven echter op dit punt internationaal gezien nog achter. Tot op heden was er geen duidelijke plek voor onderzoek naar het gebruik van AI in het basis- en voortgezet onderwijs.
Intelligente technologie biedt kansen
Inge Molenaar, wetenschappelijk directeur van NOLAI en onderzoeker Orthopedagogiek aan de Radboud Universiteit: “Het gebruik van intelligente technologieën in het klaslokaal is de laatste jaren sterk toegenomen. Toch staat het verantwoord inzetten van kunstmatige intelligentie in het onderwijs in Nederland nog in de kinderschoenen. Een gerichte en doordachte inzet van intelligente technologie biedt kansen om de kwaliteit en snelheid van innovatie in het onderwijs te verhogen. ‘
Uitgaan van de vraag: wat heeft het onderwijs nodig?
Elk co-creatieproject start met dezelfde vraag: wat heeft het onderwijs nodig? Het NOLAI gaat dan aan de hand van vervolgvragen onderzoeken welke zaken door kunstmatige intelligentie in het onderwijs kunnen worden ondersteund, ondervangen of verbeterd. Voorbeeldvragen zijn:
- kan een intelligent leermiddel ook uitgebreide feedback geven op de fouten van leerlingen;
- kunnen schrijfopdrachten (gedeeltelijk) nagekeken worden door AI;
- hoe kun je leerlingen beter in beeld krijgen met AI;
- kun je gymlessen ondersteunen door de bewegingen van leerlingen te analyseren en hier feedback op te geven?
Al naar gelang het antwoord gaan onderwijs, wetenschap en bedrijfsleven concepten en prototypes ontwikkelen. Aansluitend worden die prototypes in de klas getest en gevalideerd. Dat is belangrijk, want slimme technologie kan waardevol zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, maar kan in sommige gevallen ook onbedoeld sommige leerlingen op achterstand zetten. Op deze manier wordt intelligente technologie ontwikkeld die de kwaliteit van het onderwijs ondersteunt.
Uitgangspunt is dat AI een hulpmiddel kan zijn
Het wetenschappelijke programma van NOLAI werkt aan inzicht in de pedagogische, maatschappelijke en sociale consequenties van het gebruik van intelligente technologie in het onderwijs. Er wordt bijvoorbeeld onderzocht welke leerlingen meer of minder baat hebben bij adaptieve oefenprogramma’s, hoe leraren gebruik kunnen maken van informatie in dashboards, hoe data van leerlingen op een veilige manier gedeeld kunnen worden en welke data van leerlingen gebruikt mogen worden. Uitgangspunt is dat AI een hulpmiddel kan zijn voor leraren en leerlingen, waarbij er veel aandacht is voor de menselijke autonomie.
NOLAI is een onderzoeksomgeving
Het Nationaal Onderwijslab AI (NOLAI) is een living lab; een onderzoeksomgeving, waarbij onderzoek en innovatie samengaan op basis van co-creatie. De Radboud Universiteit werkt hierin samen met de universiteiten van Utrecht en Maastricht, de Hogeschool Arnhem Nijmegen, Stichting Klasse, Quadraam, Stichting Lucas Onderwijs, OostNL en Brightlands.