Het opruimen van plastic afval uit de oceaan is een enorme klus. Want dan moet je weten hoeveel plastic zich waar op zee bevindt. En daar is nu nog geen goed zicht op. ‘Golvenexpert’ Ton van den Bremer, associate professor Environmental Fluid Mechanics aan de Technische Universiteit van Delft, probeert aan de hand van golven en satellieten ‘verdwenen’ plastic in oceanen te lokaliseren.
Jaarlijks drijven miljoenen tonnen plastic vanaf rivieren naar de open zee. “Maar de hoeveelheid plastic die we signaleren bij mondingen van rivieren en langs de kust is waarschijnlijk vele malen groter dan wat we bij metingen op zee aantreffen”, zegt Ton van den Bremer. Eenmaal op zee raken we dus een groot deel van het plastic kwijt. Het gaat volgens Van den Bremer om een verschil van miljoenen tonnen per jaar. “Waar dat verschil precies vandaan komt, weten we niet. Het plastic kan via natuurlijke processen zijn afgebroken, naar de oceaanbodem zijn gezakt of het kan zijn dat de huidige meetmethoden, zoals sleepnetmetingen, niet nauwkeurig genoeg zijn. De meest voor de hand liggende verklaring op dit moment is ophoping van plastic in kustgebieden en delta’s.”
Rol voor satellieten?
Eén van de vragen waar Van den Bremer zich mee bezighoudt, is hoe het komt dat op de ene plek in de oceaan afval ophoopt, maar ergens anders naar de kust drijft en daar aanspoelt. En onderzoekt hij waar die verschillende plekken zijn. Een goede manier om golven in beeld te brengen, is vanuit de lucht. Momenteel onderzoekt Van den Bremer of er bij het vinden van plastic in oceanen een rol is weggelegd voor satellieten. Hiervoor is een grootschalig experiment opgezet. Doel is in eerste instantie te onderzoeken of je een opeenhoping van plastic vanuit de ruimte kunt waarnemen. En als dat het geval is, vanaf welke hoeveelheid die dan zichtbaar is.
Een van de uitkomsten van het experiment is dat plastics in principe vanaf een bepaalde hoeveelheid vanuit de ruimte kunnen worden waargenomen, zegt Van den Bremer. “Wat verder heel interessant is, is dat we hebben ontdekt dat zogenaamde capillaire golven belangrijk zijn bij het waarnemen van plastic. Capillaire golven zijn hele kleine golven die door oppervlaktespanning ontstaan, bijvoorbeeld doordat ergens plastic afval drijft.”
Stapje voor stapje dichter bij een oplossing
Om het precieze effect van die capillaire golven te kunnen meten, beginnen de onderzoekers aan een nieuw experiment in een kleinere testfaciliteit waarmee op gecontroleerde wijze capillaire golven kunnen worden nagebootst. Bij dit vervolgonderzoek willen de onderzoekers ook inzoomen op de rol van biofilm op plastic. Op plastics die in het milieu terechtkomen kunnen namelijk micro-organismen, zoals bacteriën en schimmels, gaan groeien. Het is volgens experts zeer aannemelijk dat in deze biofilms zich ook ziekteverwekkende bacteriën bevinden. Een aantal biologen gaat Van den Bremer bij dit onderzoek helpen. Van den Bremer: “Het samenspel tussen al deze expertises maakt dit onderzoek extra leuk en bijzonder. Zo komen we samen hopelijk stapje voor stapje dichter bij een oplossing van het plasticprobleem.”