Wordt een scholier in de les gemist, dan trekt de leraar meteen aan de bel. Lukt het even echt niet om naar de les te komen, dan komt een digitale school naar de leerling. Op school extra ondersteuning nodig? Dan praten scholier en ouders daar zelf over mee.
Met deze aanpak wil minister Dennis Wiersma voor Primair en Voortgezet Onderwijs het aantal thuiszittende scholieren verminderen. Het kabinet trekt hiervoor 15 miljoen euro uit om daarmee steunpunten op te zetten die ouders en jongeren gaan helpen bij het vinden van een passende plek op school. Met twee wetsvoorstellen wil de bewindsman ervoor zorgen dat de school voortaan sneller kan ingrijpen in het belang van het kind.
Minister Wiersma: “School is de plek waar je je ontwikkelt en waar je vrienden maakt. Stel je voor dat je die kansen niet krijgt omdat je niet naar school kunt. Dat is bepalend voor je toekomst. Ieder kind verdient goed onderwijs. Ik wil er dan ook alles aan doen om ervoor te zorgen dat je naar school kunt blijven gaan en je kunt blijven ontplooien.’’
Een passende plek op school
Voor ouders en leerlingen is het soms een zoektocht naar een passende plek op school. Het kabinet trekt daarom 15 miljoen euro uit om vanuit het passend onderwijs zogenoemde ouder- en jeugdsteunpunten op te zetten. Deze onafhankelijke steunpunten informeren ouders en leerlingen onder meer over de ondersteuning in hun regio en over hun rechten en plichten. Ieder samenwerkingsverband moet deze zomer zo’n steunpunt hebben. Met het extra geld wordt geregeld dat deze steunpunten ouders en leerlingen ook praktisch kunnen adviseren en ondersteunen.
Ook extra maatregelen voor beter passend onderwijs
Het opzetten van de ouder- en jeugdsteunpunten is een van de maatregelen om passend onderwijs te verbeteren met als doel het aantal leerlingen dat niet naar school gaat te verminderen. Minister Wiersma wil daarbij dat leerlingen snel kunnen meepraten over mogelijke ondersteuning. Nu wordt vaak voor hen besloten welke hulp ze krijgen. Hij wil daarom haast maken met het wetsvoorstel dat dit zogenoemde ‘hoorrecht’ regelt. Dit wetsvoorstel ‘Versterking positie ouders en leerlingen in passend onderwijs’ wordt daarom met spoed voorbereid.
Aanwezigheid stimuleren
Om te zorgen dat kinderen zich kunnen blijven ontwikkelen en te voorkomen dat zij langdurig uitvallen, is het nodig dat scholen precies weten wat ze moeten doen als een leerling een keer afwezig is. Ze moeten goed verzuimbeleid hebben en zicht hebben op patronen van aan- en afwezigheid. Als je meteen wordt gemist als je een keer niet in de les bent, kan de school namelijk in actie komen voordat afwezigheid zorgelijk wordt en tijdig met kinderen en ouders in gesprek gaan over een oplossing. Spijbelen en een paar dagen ziek kunnen namelijk al de voorbodes zijn dat een kind helemaal gaat uitvallen. Het is noodzakelijk dat scholen de totale aan- en afwezigheid van hun kinderen bijhouden. Ben je om een geldige reden afwezig, omdat je bijvoorbeeld ziek bent, dan hoeft een school dat nu níet bij te houden. Om scholen niet op te zadelen met eindeloze administratie wordt het registreren eenvoudiger. Ook het wetsvoorstel ‘Terugdringen Verzuim’ krijgt op het ministerie een spoedbehandeling.
Digitaal afstandsonderwijs
Uitgangspunt blijft dat leerlingen zoveel mogelijk fysiek naar school gaan, maar voor wie dat niet lukt of dreigt uit te vallen, komt digitaal afstandsonderwijs beschikbaar. Voor sommige vakken kunnen deze leerlingen digitaal aanhaken bij lessen van de eigen school. Ook komen gedigitaliseerde lessen van andere scholen beschikbaar. Op deze manier blijven de leerlingen bij school betrokken en wordt de overstap van thuis naar het klaslokaal kleiner. Na de zomer kunnen ze hiervan al gebruikmaken. Het is de opmaat naar een volledig digitale school waarbij leerlingen (zo mogelijk tijdelijk) helemaal digitaal onderwijs volgen als het echt niet anders kan.