Het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) in Tilburg maakt als eerste ziekenhuis in Nederland structureel gebruik van oogbesturing als communicatiehulpmiddel met IC-patiënten. Patiënten op de Intensive Care (IC) die aan de beademing liggen, kunnen niet praten en vanwege lichamelijke zwakte of een aandoening niet volledig bewegen.
Het gebeurt met een ingebouwde oogbesturingsmodule die beschikt over een tabletscherm die de ogen van de patiënt nauwkeurig registreert en als gebruikersprofiel opslaat. Vervolgens kan de patiënt het toegankelijke, gebruiksvriendelijke systeem volledig besturen met zijn ogen. De patiënt kan de letters en knoppen activeren door er direct naar te kijken en vervolgens selecteren door zijn blik er wat langer op te houden. Toch vergt het voor sommige patiënten wat oefening om het systeem goed te kunnen gebruiken. “Met name oudere patiënten hebben daar wel wat tijd voor nodig, omdat ze vaak vermoeid raken en daardoor de aandacht er niet lang bij kunnen houden”, aldus Arné van Hees, ventilation practitioner en verpleegkundige op de IC.
Complete zinnen
Oefening baart kunst, want als patiënten het systeem eenmaal kennen, gaat het snel. “Zeker in het begin hebben ze altijd wel iets wat ze als eerste kwijt willen”, vertelt Van Hees, die via een schermpje aan de achterkant van de oogbesturingsmodule mee kan lezen met de patiënt. Naast het voeren van een gesprek kan de patiënt ook op andere manieren uit te voeten met de module. “Als iemand wat langer ligt, wordt er meer mogelijk, zoals het maken van notities, het opstellen van mailtjes en het besturen van de afstandsbediening voor de televisie”, vertelt Arné. “Je gaat langzaamaan uitbreiden naar de mogelijkheden van de patiënt.” Toch hebben de meeste patiënten behoefte aan het toetsenbord waar ze complete zinnen mee kunnen maken.
Resultaten
Het ETZ maakt inmiddels al enige tijd gebruik van de oogbesturingsmodule en boekt daarmee mooie resultaten voor patiënten op het gebied van communicatie. Dat begon bij de allereerste patiënt die er mee aan de slag ging. “Hij kon er prima mee overweg, schreef hele verhalen en had ‘s ochtends allerlei vragen en opmerkingen voor de artsen en verpleegkundigen klaarstaan”, weet Van Hees. “Ook mailde hij mij zijn bevindingen over het systeem, zodat ik daar weer van kon leren.”
Daarnaast koestert Arné een andere treffende patiëntervaring. “Er kwam een jongen van negentien jaar met een dwarslaesie bij ons binnen. Aan de hoge bloeddruk en hartslag kon je zien dat hij erg onrustig was en ons van alles duidelijk wilde maken.” Vervolgens kreeg de jonge patiënt de module voor zijn gezicht, die meteen opschreef dat hij erg veel last van nachtmerries had. “Doordat we dat wisten, konden we daar op inspelen”, geeft Van Hees het belang van goede communicatie tussen patiënt en zorgprofessional aan.