Er is absoluut een cultuuromslag nodig en samen moeten we daaruit komen. Deze ‘duiding’ is goed te herkennen in de woorden die de Nederlandse ministers Robbert Dijkgraaf en Karien van Gennip gebruiken bij hun aankondiging van een nationaal actieplan tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Hiervoor worden deze zomer meerdere gesprekken en verkenningssessies gevoerd met maatschappelijke organisaties, wetenschappers, ervaringsdeskundigen, jongeren, sociale partners en overheidsinstanties. Hiermee wil het kabinet op grote schaal kennis en aanbevelingen ophalen die moeten leiden tot het nationaal actieplan. Het doel van het nationaal actieplan is voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld en het bereiken van een samenleving waarin ieder zich veilig voelt. In de brief aan de Tweede Kamer over dit onderwerp verwijst het Nederlandse kabinet naar het Belgische nationaal actieplan tegen gendergerelateerd geweld als een ‘goed voorbeeld.’
Met een nationaal actieplan willen de beide bewindslieden versteviging van wet- en regelgeving, gerichte acties en een maatschappelijk gesprek over normen hoe we op een prettige en respectvolle manier met elkaar omgaan. Verschillende incidenten in de voorbije maanden hebben laten zien dat het probleem breed in de samenleving terug te vinden is.
De ministers laten de cijfers spreken. Ongeveer 1,6 miljoen Nederlanders zijn in 2020 slachtoffer geworden van seksueel geweld. Daarnaast heeft 53% van de Nederlandse vrouwen in haar leven ervaring gehad met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Deze cijfers geven onder meer aan dat het probleem in Nederland groter is dan de incidenten die in de media naar voren komen. Het kabinet mengt zich daarom actief in het maatschappelijk debat, spreekt zich uit en onderneemt samen met relevante partijen doelgerichte acties en maatregelen.
In het nationaal actieplan staan de volgende doelen centraal:
- Tot maatschappelijke normen komen en een gedeeld beeld krijgen over hoe we met elkaar om willen gaan in de samenleving en wat daarvoor nodig is, met nadrukkelijke aandacht voor genderstereotypering en machtsongelijkheid. De samenleving hierbij helpen met kennis over gezonde relaties, grenzen, wensen en seksuele weerbaarheid. Hierbij wordt specifiek aandacht gericht op jongeren, hun ouders en professionals die met jongeren werken zoals docenten, begeleiders en jongerenwerkers.
- Scherpe formele normen stellen in wet- en regelgeving, om duidelijk te markeren wat we wel en niet toelaatbaar is en effectieve aanpakken verplicht te stellen.
- Organisaties, gemeenten en clubs ondersteunen om processen op orde te brengen, zodat er overal helder en effectief beleid is om seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld te voorkomen.
- Omstanders activeren door hen duidelijk te maken wat wel en niet kan en hoe zij kunnen reageren.
- De toegankelijkheid en vindbaarheid van meldpunten en hulpdiensten voor slachtoffers én plegers verbeteren.
- Verbeteren van adequate en effectieve hulp waardoor verdere schade zoveel mogelijk voorkomen wordt.
Maatschappelijk gesprek over normen en waarden
“Het bereiken van de gewenste cultuurverandering vraagt veel inspanning, een lange adem en een brede inzet in de samenleving”, schrijven de beide bewindslieden aan de Tweede Kamer. “Om tot deze cultuurverandering te komen is het belangrijk dat het gesprek gevoerd wordt over maatschappelijke normen en waarden en over formele normen zoals vastgelegd in nationale- en internationale wetgeving rondom seksueel gedrag, genderstereotypes, machtsongelijkheid en grenzen. Zowel in de media, als in de boardrooms en op de werkvloer, het klaslokaal en bijvoorbeeld aan keukentafels.”
Belangrijke rol voor regeringscommissaris
Hierin is ook een belangrijke rol weggelegd voor Mariëtte Hamer, als regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. In februari hebben ministers Dijkgraaf en Van Gennip Mariette Hamer aangesteld als regeringscommissaris, zij is in april begonnen. Zij heeft de afgelopen maanden veel gesprekken gevoerd met experts en ervaringsdeskundigen. Ook is zij gestart met gesprekken met diverse sectoren. De kennis uit deze gesprekken zal onderdeel uitmaken van de contouren van het nationaal actieplan. Mariëtte Hamer moet als regeringscommissaris een zichtbaar en herkenbaar boegbeeld zijn voor de cultuurverandering die het kabinet nastreeft. Naast een adviserende rol (gevraagd en ongevraagd) richting het kabinet is de regeringscommissaris zelf actief in de aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld.
Sterk in onderhandelingen en debatten
Mariëtte Hamer is benoemd voor een periode van drie jaar. Zij zal als regeringscommissaris worden ondersteund door een bureau, dat wordt gefaciliteerd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Drs. Mariëtte Hamer (1958) komt uit het onderwijs. Zij was ruim drie jaar (2008-2011) fractieleider van de PvdA in de Tweede Kamer. Na lerares en directeur volwasseneneducatie te zijn geweest en hoofd van de afdeling strategisch beleid en beleidsverkenningen bij de directie Hoger Beroeps Onderwijs van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, werd zij in 1998 één van de onderwijswoordvoerders van de PvdA-fractie. Ze gaf de aanzet tot een parlementair onderzoek naar onderwijsvernieuwingen. Later hield zij zich bezig met arbeidsmarkt en ontslagbescherming. Henriëtte Hamer was verder anderhalf jaar waarnemend partijvoorzitter en enige tijd fractiesecretaris. Door haar dossierkennis wordt zij gezien als sterk in onderhandelingen en debatten, maar ze is geen bevlogen spreker. Was acht jaar (2014-2022) voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER), adviesorgaan van ondernemers, werknemers en onafhankelijke deskundigen dat de regering en het parlement adviseert over het sociaaleconomisch beleid.
België als het goede voorbeeld
Het Nederlandse kabinet noemt de federale aanpak in België als een goed voorbeeld. Het verwijst daarnaar in de stukken aan de Tweede Kamer over dit onderwerp. Het schrijft daarover: ‘Op 27 november 2021 is in België het nationaal actieplan tegen gendergerelateerd geweld gelanceerd, waarin nadrukkelijk aandacht is voor de aanpak van seksueel geweld, seksuele intimidatie en seksisme in de openbare ruimte. Het plan bevat meer dan 200 maatregelen en is in samenspraak met verschillende departementen, overheidsinstanties en maatschappelijke organisaties tot stand gekomen. Voor het plan is een specifiek budget uitgetrokken van €2,5 miljoen per jaar. Ook wordt er een toezichthoudende commissie ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers uit het maatschappelijk middenveld, om toe te zien op de uitvoering en evaluatie.’