Tweemaal per maand brengt Lieke Hulshof verslag uit over haar belevenissen in India.
In het noorden van India, uitkijkend op de Himalayas, ligt het stadje Pauri tussen sparren en naaldbomen. Het is het oord waar Karan en Lieke hun project zijn gestart: Adara, een groei-leer-werk centrum voor de lokale gemeenschap en internationale bezoekers. Een plek voor uitwisseling, veerkracht, ontspanning, verbinding en ontwikkeling.
De timmerman
Ik schrijf mijn column op een matras in onze woonkamer. Het is het enige meubilair in deze kamer het afgelopen jaar, maar wel een heel goed. Stevig en comfortabel. In de kamer naast me zijn Karan en de timmerman aan het praten over cirkelzagen en drilboren. Omdat ik nog niet alle Hindi versta, vul ik met mijn eigen fantasie in wat ze tegen elkaar zeggen. ‘Deze cirkelzaag is echt super turbo. Hij kan wel drie planken tegelijk doorzagen.’ ‘Wow. Mag ik het eens proberen?’ ‘Ja tuurlijk. En kijk, deze driller heeft een lampje voor in het donker. Dan kun je ook ’s nachts werken.’ Ik staar naar mijn laptop. Die geeft aan dat het 41 graden is, maar dat is overdreven. Het is dertig graden, en binnen de dikke stenen muren van het huis blijft het betrekkelijk koel. ‘Niet zo aanstellen’, fluister ik tegen mijn laptop.
Even later vraagt Karan of ik mee naar buiten kom. De timmerman is een regenpijp aan het maken. Handgemaakte regenpijpen – wie heeft ze nog? Ook hier is het zeldzaam. We hadden de keuze uit plastic of stalen regenpijpen. De laatste moeten met de hand worden gevormd uit stalen platen. Zoals vaker kiezen we voor een traditionele optie. Een dak van leien, bewerkte houten deuren, stenen schoorstenen. Het is arbeidsintensief werk. Onze timmerlieden moeten soms ver in hun achterhoofd grissen naar de kennis en kunde. Karan en ik lopen de felle zon in. Het staal schittert scherp in onze ogen. Als een futuristische tunnel ligt de regenpijp in de tuin, de bergen erachter wazig blauw. Ik moet lachen. Zo ongeverfd is het een enorme bling-bling voor zo’n oud huis.
De timmerman en Deepak, onze trouwe helper, zitten in de schaduw van het portiek. We hebben wat overleg over de regenpijpen. Ik kijk naar het serieuze gezicht van de timmerman. Hij is mid vijftig, schat ik. Altijd een net overhemd aan, ook met dertig graden. Langzaam leren we de mensen hier beter kennen. Hun kwaliteiten en hun littekens, zoals ieder mens die bij zich draagt. Deze man is integer en zorgvuldig. Hij werkt met oog voor detail, denkt met ons mee en geeft zijn volle honderd procent. Samen met zijn vrouw en twee zoons woont hij verderop in Pauri. Karan vroeg hem laatst of hij weleens met zijn gezin op vakantie is geweest. “Nee, nog nooit”, zei de timmerman. Hij vertelt hoe hij al vijftien jaar een grote schuld afbetaalt. Stukje bij stukje, beetje bij beetje. Zijn zoon is vroeger op zijn hoofd gevallen en moest naar het ziekenhuis ter controle. Van buiten zag je niets aan het hoofd, er was ook geen sprake van geheugenverlies, maar doktoren zeiden dat een operatie toch nodig was. De timmerman wist niet beter, was bezorgd, leende een grote som geld voor de operatie en betaalde. Uiteindelijk bleek de operatie onnodig en is die niet uitgevoerd, maar het geld wilden de doktoren niet teruggeven. Hij werkt nog steeds hard voor de lening, zijn huishouden, de educatie van zijn kinderen. Geld voor plezier en vertier is er nauwelijks. Toch blijft hij optimistisch, gepassioneerd voor zijn werk, eerlijk en trouw naar mensen. Begonnen als bediende in Delhi heeft hij zich inmiddels ontwikkeld als zelfstandig timmerman die schoorstenen, daken, regenpijpen en deuren bouwt. Ja, het zijn dit soort mensen die samen met ons het project bouwen. Hun ziel, zweet en tranen zitten erin. Ik ben trots dat ons project hun werk dragen mag. Dat dit huis een regenpijp heeft gemaakt door hem. We zullen het een mooie kleur geven. Maar voor nu schijnt ie als een bling-bling aan de oude gevel.

Hier vind je alle andere columns over de belevenissen van Lieke in India