Sinds een jaar woon ik in de Antoine Dansaertstraat in Brussel. Voor ik naar Brussel kwam, had ik nogal een negatief beeld over de stad: vuil en gevaarlijk. Dat is toch wat we vooral van de media te horen krijgen. En ja, Brussel heeft – net zoals elke grootstad – minpunten, maar het brengt ook heel wat mooie dingen met zich mee. Deze zomer sprak ik met een aantal mensen uit mijn straat. Wat is hun verhaal en wat betekent Brussel voor hen?
Ik leerde Patricia en Lahcene tijdens de Lockdown kennen vanop mijn balkon. Aangezien we amper buiten mochten, zat ik vaak op mijn balkonnetje te genieten van de buitenlucht. Patricia en Lahcene ook. Het werd een gewoonte van elke keer naar elkaar te zwaaien. Toen de maatregelen versoepelden en ik mijn bubbel mocht uitbreiden, kwamen vaak ook twee goede vriendinnen langs. Ook zij leerden mijn overburen kennen. We vroegen ons af of ze Nederlandstalig waren, hoe hun huis er vanbinnen uitzag, of ze kinderen hadden, hoe lang ze hier al wonen… Kortom, we wilden hun verhaal kennen.
Na maanden zwaaien, maakte Lahcene het gebaar dat ik naar beneden moest komen. Hij had me een overheerlijke verse pizza gemaakt. Toen ik de dag erna het bord ging terugbrengen, geraakten we aan de praat. In mijn beste Frans stelde ik hen al mijn vragen. Eindelijk kwam ik hun verhaal te weten.
Patricia is 72, Lahcene is net 71 geworden. Zij komt uit Italië, hij uit Algerije. Ze wonen in een groot hoekhuis met gele buitenmuren aan het einde van de Dansaertstraat, vlakbij het kanaal. “We hebben dit huis gekocht in de jaren ’60, toen het nog mogelijk was,” zegt Patricia. “Maar het is te groot voor ons tweetjes. Wij wonen op één verdiep en de rest verhuren we. Hier helemaal boven zitten drie studenten. Ze zijn zó lief. Ça me fait plaisir.”

Dansaertstraat
Patricia kwam naar België toen ze amper tien jaar was, haar grote zus achterna. “Mijn zus woonde al in Brussel en wou heel graag dat ik bij haar kwam wonen. Ik vond dat een geweldig idee. België was onbekend voor me en ik was nog nooit buiten Italië geweest. Mijn ouders dachten daar anders over en wilden me niet laten gaan. Na veel gedoe kon ik uiteindelijk toch naar Brussel komen, maar ik heb tot op vandaag geen voet meer in Italië gezet. Soms heb ik daar wel spijt van.”
Lahcene kwam naar België een aantal jaar na de onafhankelijkheid van Algerije. Bijna meteen leerde hij Patricia kennen. De Dansaertstraat is een constante geweest doorheen hun hele leven. Het lijkt wel een ideaal scenario voor een romantische film. “We hebben elkaar hier in de straat leren kennen in de jaren zestig,” zegt Patricia. “We zijn hier getrouwd, hebben dit huis gekocht en samen drie kinderen grootgebracht. En we zijn hier nog steeds.” Maar niet voor lang meer, volgens Lahcene. “Ik heb altijd gezegd dat ik aan de zee wou gaan wonen als ik met pensioen ging. Ik ben geboren aan de zee en wil er ook sterven. Dat is zeker. Maar kijk, ik ben hier nog altijd, hé. Dus dat wil ook wel iets zeggen.”
Patricia en Lahcene wonen hier dus al bijna hun hele leven. “We hebben de hele wijk zien veranderen”, zegt Lahcene. “Toen we hier kwamen wonen, was het echt een heel rustige straat. Er was bijna geen verkeer. Het waren totaal andere tijden. De bakker kwam nog langs en liet het brood achter aan de voordeur. Wij legden er op voorhand een portemonnee met wat geld in. Hij rekende dan zelf af en stak het wisselgeld terug.”
De levende camera
Mijn overburen zijn werkelijk een fenomeen in de straat. Of toch zeker in côté du canal. Want elke Brusselaar weet dat de Dansaertstraat is opgesplitst in twee delen: de kant van het centrum en de kant van het kanaal. Wij wonen aan de kant van het kanaal, met een grotere diversiteit onder bewoners. Alle bewoners kennen Patricia en Lahcene, of toch zeker van zien, want ze zitten zo goed als altijd op hun balkonnetje. “Ik heb hier altijd gewoond en ik wil hier ook blijven wonen”, zegt Patricia. “Er gebeurt altijd wel iets in de straat. We zitten heel vaak samen op het balkon, gewoon te kijken naar de mensen die passeren.”
Lahcene neemt zijn rol in de straat serieus. “Iedereen kent mij hier en ik ken ook iedereen. Komt hier iemand nieuw wonen? Dan weet ik het. Is er iets gebeurd? Dan heb ik het sowieso gezien. Zelfs ’s nachts hoor ik alles. Ik kan aan het geluid van de voetstappen herkennen of er een man of een vrouw passeert. Ik ben eigenlijk de levende camera van de Dansaertstraat. Zelfs de Brusselse politie komt bij me langs als ze bepaalde informatie nodig hebben, want ook zij weet dat ik van alles op de hoogte ben.”
Patricia en Lahcene gaven me andere inzichten over Brussel en de straat waarin ik woon. De gastvrijheid die ze me bieden, had ik hier nooit verwacht. Nu ga ik minstens één keer per week bij Patricia en Lahcene op bezoek en mag ik meesmullen van de Italiaanse of Algerijnse gerechten. “C’est avec le coeur”, zegt Lahcene dan. Of ik maak een wandeling met Patricia tot op de Anspachlaan en dan gaan we daar een koffie drinken bij Boulangerie Paul. En het is fijn. Het maakt me gelukkig, hier in Brussel.
Lees ook: Brusselaars over hun Brussel – deel 1
One Response