Energiebedrijf Eni wil tegen 2023 geen palmolie meer gebruiken om biodiesel te maken. Dat heeft het gisteren (woensdag) tegen aandeelhouders gezegd.
Het bedrijf deed de melding in een schriftelijke reactie op een vraag van de Italiaanse ngo Legambiente: “Eni herziet, als onderdeel van haar koolstofarme strategie, haar toeleveringsketen aanzienlijk om het gebruik van palmolie en PFAD tegen 2023 te elimineren.”
Eni is een van de grootste producenten van biodiesel op basis van palmolie. Vorig jaar voerde het bedrijf nog tussen de 700.000 en 800.000 ton ruwe palmolie en derivaten in.
Ontbossing
Palmolie krijgt steeds meer kritiek omdat voor de enorme plantages vaak grote stukken regenwoud moeten verdwijnen. Vorig jaar al bestempelde de Europese Unie biodiesel op basis van palmolie als niet-duurzaam. Uit een studie in opdracht van de Europese Commissie blijkt dat de zogenaamd groene diesel zelfs tot drie keer erger is voor het klimaat dan gewone diesel, als alle effecten en indirecte uitstoot worden meegerekend.
“Dit is een stap in de goede richting om de resterende regenwouden ter wereld, ons klimaat en de orang-oetan te beschermen”, zegt Cristina Mestre, expert biobrandstoffen bij de ngo Transport & Milieu (T&E). “Om ervoor te zorgen dat Eni zijn belofte nakomt, dringen we er bij de Italiaanse regering en parlementsleden op aan om alle steun voor palmoliediesel al in 2021 en ook voor sojadiesel stop te zetten, want dat is een ander oliegewas dat de ontbossing veroorzaakt.”