Onderzoek toont aan dat vrijwilligers in Liberia de uitbraak van een ebola-epidemie sterk hebben kunnen vertragen. Ze deden dat door van deur tot deur te gaan en de bevolking te informeren over de ziekte.
Liberia was in 2014-2015 het epicentrum van de ebola-uitbraak die in totaal tot meer dan 10.000 doden in West-Afrika leidde. Dit aantal had echter veel hoger kunnen liggen zonder de huisbezoeken van vrijwilligers, zeggen onderzoekers van het Massachusetts Institute of Technology (MIT).
Eind 2014 lanceerde Liberia een programma waarbij vrijwilligers van deur tot deur trokken en waardevolle informatie verspreidden over ebola.
De onderzoeksresultaten laten ook zien hoe landen met weinig financiële middelen kunnen vechten tegen epidemieën en tegelijk het vertrouwen van de bevolking kunnen winnen tijdens moeilijke omstandigheden.
Vrijwilligers
“Het overheidsinitiatief dat was gebaseerd op de inspanningen van vrijwilligers, had een positief effect op alle resultaten die we hebben gemeten”, zegt Lily Tsai, professor in de politieke wetenschappen aan het MIT en coauteur van de studie. “Mensen hadden meer feitelijke kennis over ebola en waren meer bereid om mee te werken aan de controlemaatregelen die door de regering werden opgelegd. Ook bleek dat ze na een bezoekje van een vrijwilliger meer vertrouwen hadden in de overheid.”
De gemiddelde inwoner van hoofdstad Monrovia bleek na de voorlichting door een vrijwilliger meer voorstander van het ziektebestrijdingsbeleid, minder geneigd om het verbod op openbare bijeenkomsten (om de verspreiding van ebola te beperken) te overtreden en meer geneigd om de begrafenis van een slachtoffer door een overheidsfunctionaris te laten begeleiden. Ook het vertrouwen in de overheid was gestegen en mensen waren meer geneigd om een desinfecterend middel voor de handen te gebruiken.
Volgens het onderzoek bleek ook dat in juni 2014 (een half jaar voor de start van het vrijwilligersprogramma) nog 38 procent van de inwoners van Monrovia dacht dat de verklaringen van de regering over ebola een “leugen” waren met de bedoeling om geld van buitenlandse hulpgroepen te genereren.
Vertrouwensband
“Er wordt vaak aangenomen dat nieuwe overheidsmaatregelen heel moeizaam worden geaccepteerd”, zegt Tsai. “Maar ons onderzoek toont aan dat het wel werkt, als er maar rekening wordt gehouden met de manier waarop nieuw beleid wordt gecommuniceerd.”
Het onderzoek toont aan dat een cruciale 30 procent van de mensen die met de vrijwilligers spraken hen daarvoor al kenden, waardoor sociaal vertrouwen aan het programma werd toegevoegd. Alle vrijwilligers werden ook geworven in de gemeenschappen waar ze nadien aan de slag gingen.
“Ze bouwden aan een interpersoonlijke vertrouwensband en stelden mensen in
staat om hen verantwoordelijk te houden voor elke vorm van verkeerde
informatie”, zegt Tsai. “Het was alsof ze zich garant stelden voor een lening.
Het is een manier om te zeggen: Je kunt me vertrouwen. Ik ga dit mee
ondertekenen voor de overheid en garandeer dat dit oké is.”
Het artikel Building Credibility and
Cooperation in Low-Trust Settings: Persuasion and Source Accountability in
Liberia During the 2014-2015 Ebola Crisis, met de resultaten van het
onderzoek, is verschenen in het online-tijdschrift Comparative Political
Studies.